Algemene informatie
Auteur: Willem Elsschot
Titel: Kaas
Uitgeverij: Querido
Jaar van uitgave: 1933
Druk: 26e druk (1991)
Aantal pagina’s: 106
Genre
Het boek heeft autobiografische aspecten. Het is dus een een pseudo-autobiografische roman.
Samenvatting
Het verhaal gaat
over Frans Laarmans, een klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company
in Antwerpen. Hij krijgt van Van Schoonbeke, de welgestelde vriend van zijn
broer Jan, die huisarts is, een baan aangeboden. Laarmans laat zich verleiden
om groothandelaar in Nederlandse kaas te worden, volvette Edammer meer bepaald,
mede om daarmee meer respect te verdienen in de kringen waarin hij per ongeluk
verzeild is geraakt en waar hij zich slecht op zijn plaats voelt, omdat hij
zich niet kan meten met de welgestelde en wat snobistische leden van het
gezelschap. Met hulp van zijn broer en op aanraden van zijn vrouw slaagt hij
erin tijdelijk (en onbetaald) ziekteverlof te krijgen van zijn baan als klerk
bij de scheepswerf waar hij werkzaam is, onder het excuus dat hij zou lijden
aan een zenuwziekte.
Laarmans wijdt
zich met verve aan zijn taak, maar wordt zo meegesleept door zijn nieuwe werk
als koopman dat hij zich aanvankelijk alleen bezighoudt met de organisatie en
inrichting van zijn ‘kantoor’, de aankoop van een passend bureau, een
schrijfmachine en een telefoon, het ontwerp van zijn briefpapier, de werving
van agenten in zijn district, dat bestaat uit België en het groothertogdom
Luxemburg, de naamgeving van het bedrijf (hij komt uiteindelijk uit op ‘Gafpa’,
wat staat voor ‘General Antwerp Feeding Products Association’) dat hij zijn
eigenlijke taak uit het oog verliest. Als zijn eerste zending van 20 ton kaas
arriveert van de leverancier Hornstra uit Amsterdam weet hij dan ook niet goed
wat ermee aan te vangen. Inmiddels is zijn naam als koopman wel een garantie
geworden voor zijn positie in de hogere kringen van zijn vriend Van Schoonbeke,
waar hij nadien met meer respect wordt behandeld.
In de harde
praktijk is Laarmans echter niet geschikt voor zijn werk en blijkt niet in
staat om ook maar de geringste hoeveelheid kaas (een product waarvan hij zelf
walgt) aan de man te brengen. Zijn aangeworven agenten blijken merendeels
non-valeurs en de enorme hoeveelheid Edammers, opgeslagen in het Blauwhoedenveem,
wil maar nauwelijks slinken. Zijn vrouw lijdt onder het gehele proces en ook
zijn kinderen hebben het zwaar te verduren, al doen zij hun best om hun vader
bij te staan. Zijn collega’s van de scheepswerf komen soms op bezoek om te zien
hoe het met hem gaat. Dus hij moet voortdurend oppassen dat hij geen collega’s
tegenkomt als hij over straat loopt met zijn bollen kaas.
Uiteindelijk geeft hij zijn koopmanschap op, na slechts
enkele bollen kaas verkocht te hebben. Hij keert terug naar de scheepswerf in
zijn oude baan als eenvoudige klerk, waar hij met open armen ontvangen wordt
door zijn oude collega’s.
Laarmans vrouw, die het nogal eens zwaar te verduren
kreeg tijdens het hele proces, zorgt er uiteindelijk voor dat er voorlopig geen
kaas meer op tafel komt.
Verwerkingsvragen
Kenmerken nieuwe zakelijkheid
De nieuwe zakelijkheid is rond de jaren ’20 ontstaan als
reactie op het expressionisme. In de literatuur was deze omslag goed merkbaar.
Na het expressionisme waarin men zoveel mogelijk probeerde ‘mooi’ te schrijven
en waarin de boodschap van de literatuur eigenlijk niet telde, was de nieuwe
zakelijkheid juist erg nuchter en sober. Het grootste doel was een zakelijke
weergave van de feiten en handelingen, de boodschap moest duidelijk overkomen. Daarom
vind je in literatuur uit deze stroming over het algemeen geen uitgebreide
beschrijvingen. De zinnen zijn kort en
helder, waardoor deze literatuur makkelijk te lezen is.
Een ander kenmerk van deze literatuur is dat de
onderwerpen zeer alledaags zijn. Er wordt daarom vaak gesproken over
‘ventisme’. Het gaat niet om de vorm, maar om de vent. De karakters en de
inhoud zijn veel belangrijker dan de manier waarop de literatuur geschreven is.
Dit ventisme houdt ook in dat het belangrijk werd gevonden dat mannen echt
mannen waren (vandaar het woord vent).
Er is in de nieuwe zakelijkheid weinig plaats voor
gevoel. Doordat er geen lange monologen over gevoelens in de literatuur
voorkomen, is deze veel gemakkelijker te lezen dan bijvoorbeeld literatuur uit
de romantiek.
In literatuur uit de nieuwe zakelijkheid is vaak veel
maatschappijkritiek te vinden. Dit komt doordat deze stroming juist ontstond in
een periode van wederopbouw na de oorlog. Hierdoor hebben veel mensen kritiek
op de bestaande samenleving. Dit wordt dan onder andere in de literatuur geuit.
Voorbeelden
· De
zinsbouw is zeer kort. Dit zal ik laten zien aan de hand van een kleine
willekeurige passage uit het boek:
Op de tram, onder ’t naar huis rijden, voelde ik mij al
een heel ander mens. Je weet dat ik naar de vijftig loop en mijn dertig jaren
dienstbaarheid hebben natuurlijk hun stempel op mij gedrukt. Klerken zijn
nederig, veel nederiger dan werklieden die door opstandigheid en eendracht
enige eerbied hebben afgedwongen. Men zegt zelfs dat zij in Rusland de heren
geworden zijn. Als het waar is, dan hebben zij dat verdiend, dunkt mij.
Blz.30
· Het
ventisme is heel duidelijk terug te vinden in dit boek. De hoofdpersoon, Frans
Laarmans, heeft een baan als klerk. Er wordt echter aan hem gevraagd of hij
koopman wil worden. Frans zegt gelijk ja en vindt het heel wat dat hij zichzelf
nu koopman mag noemen. Hij probeert heel hard om zich als een echte vent te
gedragen en houdt zichzelf ook echt continu voor dat hij dat moet doen, zoals
te zien is in de volgende passage:
Herhaaldelijk werd ik aangekeken, als vroeg er een om
mijn goedkeuring, die ik telkens direct gaf, door een meegaand hoofdknikje. Je
moet coulant zijn met de mensen, vooral als je koopman bent. Maar om hun
geklets niet telkens te beamen, zei ik toch maar eens ‘dat staat te bezien’.
Waarop de kerel in kwestie, een die anders geen tegenspraak kon uitstaan, zeer
inschikkelijk ‘dat spreekt vanzelf’ antwoordde, blij dat hij er zo was
afgekomen. Toen ik vond dat mijn succes voor één dag voldoende was, zei ik
opeens: ‘En de restaurants, heren? Wat heeft men deze week voor lekkers
gegeten?’ Dat was het toppunt. Het hele gezelschap keek mij dankbaar aan, zo
blij waren zij dat ik ze met een echt koninklijk gebaar de weg naar hun
geliefkoosd terrein had gewezen.’
Blz.39
· Er wordt
heel droog en nuchter beschreven. Dit kan soms leiden tot grappige passages.
Eigenlijk is het zo dat je op welke pagina je het boek ook openslaat wel iets
grappigs tegenkomt. Het plan van Frans om van baan te wisselen is natuurlijk
stom. Je kunt van tevoren al voorspellen dat het verkeerd gaat aflopen. De
hoofdpersoon zelf heeft dit echter helemaal niet door. Als hij er aan het einde
van het boek achter komt dat zijn plan niet heeft gewerkt, doet hij hier niet
moeilijk over. Het is nu eenmaal zo, er worden verder geen woorden aan
vuilgemaakt. Het lijkt zelfs alsof Frans er cynisch mee omgaat. Er zijn
verschillende zinnetjes aan te wijzen waaruit dit blijkt:
De kaastoren is ingestort. (Blz. 98)
Thuis wordt nooit meer over kaas gesproken. Zelfs Jan
heeft geen woord meer gerept over de kist die hij zo schitterend verkocht had
en Ida is stom als een vis. Misschien wordt de
sukkel op ’t gymnasium nog steeds kaasboerin genoemd. Wat mijn vrouw
betreft, die zorgt er voor, dat geen kaas meer op tafel komt. Pas maanden later
heeft zij mij een Petit Suisse voorgezet, van die witte, platte kaas, die niet
méér op Edammer gelijkt dan een vlinder op een slang. Brave, beste kinderen.
Lieve, lieve vrouw.
Blz. 106
· De
maatschappelijke kritiek heb ik zelf in dit boek niet echt terug kunnen vinden.
Mening
Ik vind Kaas zeer representatief voor de nieuwe
zakelijkheid. Het enige wat niet in het boek voorkomt is de maatschappelijke
kritiek. De rest van de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid zijn allemaal
terug te vinden in het boek. Daar is eigenlijk geen twijfel over mogelijk.
Bronnen
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kaas_(roman) (Samenvatting)
Merve Hasdemir
Geen opmerkingen:
Een reactie posten