Tommy Wieringa is de schrijver van dit boek. In dit boek wordt een deel het leven van een gehandicapte jongen beschreven op een
aangrijpende manier. Tommy Wieringa schreef boeken als ‘Alles over Tristan’
(Halewijnprijs, 2002) en ‘Ik was nooit in Isfahaan’, waarmee hij, net zoals met
al zijn andere boeken, groot succes behaalde bij het Nederlands én buitenlands
publiek. In de Volkskrant en het NCR Handelsblad werden de recensies gevuld met
lof. Kortom, ik verwachtte veel van dit boek.
Fransje Hermans is een jongen van 14 jaar die in het
fictieve Lomark woont, samen met zijn vrienden Engel Eleveld, Joe Speedboot en
Christof Maandag. Door een ongeluk kan hij alleen nog maar zijn rechterarm
gebruiken en met heel veel moeite ook een klein beetje lopen, maar verder is
hij alle gevoel kwijt, inclusief zijn spraakvermogen.
In het boek loopt men mee op het levenspad dat Frans
bewandelt tot hij volwassen is. Je volgt hem tijdens voor –en tegenspoed,
ontdekkingen van een puber en problemen die hij moet zien te overwinnen.
De manier waarop Wieringa dit boek schrijft is boeiend,
opvallend maar daardoor zeer meeslepend. Er wordt vaak beeldspraak gebruikt en
vooral wanneer Joe spreekt komen er, geheel onverwachts, mooie, interessante en
filosofische uitspraken tevoorschijn. Hiermee wil ik zeggen dat Wieringa
gedachten publiceert die niet alleen goed bij het verhaal passen maar de lezer
soms ook aan het denken zet. Dit zorgt ervoor dat ik tot het einde geboeid aan
het lezen was en het boek ook lastig weg kon leggen omdat ik wilde weten hoe
het verder ging.
Het boek bevat geen duidelijke verhaallijn, zoals sterk naar
voren komt in bijvoorbeeld de ‘Harry Potter’ reeks. Men kan dit boek eerder
zien als een ‘autobiografie’ (het is natuurlijk niet geschreven door Frans
Hermans, maar deze is wel de ik-persoon) uit het leven van een puber. Juist
omdat het een ‘autobiografie’ is van een leeftijdsgenoot kan ik mijzelf in
sommige passages herkennen en me met Fransje identificeren wat het tot een
boeiend boek maakt. De kracht is dus
juist dat er niet een verhaal wordt beschreven, maar de gebeurtenissen uit een
levensverhaal apart. Dit zorgt er voor dat de acties op bladzijde 10 volkomen
los staan van de acties op bladzijde 150, waardoor je het gevoel krijgt dat je
korte anekdotes leest met telkens dezelfde hoofdpersoon, wat het tot een leuk
en goed te volgen geheel maakt.
Ondanks dat ik het een zeer goed boek vond, vind ik dat de
schrijver een rare keuze heeft gemaakt door als titel ‘Joe Speedboot’ te
kiezen. Ik zou het boek eerder ‘Frans Hermans’ noemen omdat Joe naar mijn idee
helemaal niet zo centraal staat als de titel van het boek doet denken. Joe
speelt zeker een belangrijke hoofdrol in het verhaal, maar ik wil niet zeggen
dat deze rol maakt dat het boek ‘Joe Speedboot’ heet. Ik vind dit toch wel een
negatieve kant van het boek omdat deze verkeerd gekozen titel naar mijn idee makkelijk
anders had gekund.
Concluderend kan ik zeggen dat ‘Joe Speedboot’ en zeer leuk
boek was dat ik met alle plezier heb gelezen. Wieringa kan prachtig vertellen
en hij heeft het boek volgestopt met prachtige, filosofische uitspraken die me
voor altijd bij zullen blijven.
Joe Speedboot, Tommy Wieringa, 316 pagina's, uitgever de bezige bij, Merve Hasdemir
Geen opmerkingen:
Een reactie posten